schermafbeelding 2025 09 01 om 10.30.11

De Volatiliteit van Duurzaamheid

Volatiliteit op de beurs

Volatiliteit

De term volatiel wordt meestal gebruikt in de context van financiële markten en met name cryptocurrency. Vandaag ben je miljonair, morgen mag je je huis verkopen. Of zoals die man in Wales die in het nieuws was: in 2013 gooide hij zijn harde schijf weg en nu is hij 11 miljoen aan het investeren om dat ding weer terug te vinden op een vuilnisbelt, omdat er nog 8000 bitcoins op stonden. Wat die in 2013 precies waard waren?

“anywhere from $108,000 to $8.6 million depending on when he tossed the drive (2013 was a particularly volatile year for Bitcoin)”…

Het tegenovergestelde van volatiel zou dan iets zijn als stabiel. Voor de één klinkt dat als degelijk en saai, voor de ander als betrouwbaar. Volatiele personen die opeens ontploffen over niets, wat je totaal niet zag aankomen, daar worden we nerveus van. Stabiliteit is best fijn, het geeft rust als dingen gewoon doorlopen zoals ze deden. Als resultaten uit het verleden wél een garantie geven voor de toekomst. Als we weten waar we aan toe zijn. Als we erop kunnen vertrouwen dat onze verwachtingen uitkomen en onze aannames kloppen.

En natuurlijk is niet alles volatiel. Het gebouw waar we nu in zitten zal echt niet zo instorten, de kans dat je auto of fiets nog staat waar je hem hebt achtergelaten is best groot, en waarschijnlijk heb je morgen nog steeds je baan. Maar waar het belang van volatiliteit volgens mij vooral om gaat is dat we erbij stil staan dat dingen volatiel kunnen zijn, en of we daar wel klaar voor zijn. Zijn we voorbereid? Hebben we nagedacht over wat we moeten en kunnen doen mocht zich een abrupte verandering voordoen? Weten we überhaupt waar die veranderingen vandaan zouden kunnen komen? Hoe houden we dat in de gaten? Wat zijn onze aannames en verwachtingen over de toekomst? En kloppen die wel? Qua volatiliteit hebben we een keuze te maken: willen we gewoon afwachten met het risico dat we straks totaal verrast worden door veranderingen, of proberen we ons voor te bereiden voor zover we kunnen?

Van focus op een stip naar verzamelen van feedback

SDG Social development goals

Ik neem als voorbeeld de voor iedereen hopelijk bekende Social Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties. Het doel, het plan, is om die in 2030 te verwezenlijken. Over de vooruitgang wordt gedurende ieder jaar gerapporteerd. In de laatste update van 2024 lezen we:

“The Sustainable Development Goals Report 2024 makes for sobering reading. It finds that only 17 per cent of the SDG targets are on track, nearly half are
showing minimal or moderate progress, and progress on over one third has stalled or even regressed. The scarring effects of the COVID-19 pandemic, escalating conflicts, geopolitical tensions, and growing climate chaos are hitting SDG progress hard.” (p.2)

De VN gaat niet leuk dingen in gang zetten en dan straks in 2030 kijken of het een beetje gelukt is. Gelukkig niet. Want je ziet in deze kleine quote al dat het leven in al haar volatiliteit gewoon dwars door onze plannen heen danst. Dus moet je niet geduldig afwachten tot je bij jouw stip op de horizon bent om te kijken of het goed is gegaan of niet, nee, je moet tussentijds monitoren hoe het ervoor staat en of je wellicht iets moet aanpassen. De realiteit geeft je feedback over de kwaliteit van jouw plannen. Dus in plaats van stug richting die stip te rennen kun je het beter stap voor stap aanpakken. Je doet een stap, kijkt hoe het gaat en besluit op basis daarvan wat te doen: verder gaan, een andere richting kiezen, weer een stap terug doen of even stil blijven staan.

toffler future shock

Doe je dat niet dan riskeer je wat Alvin Toffler ‘Future Shock’ noemde. Al in een artikel in 1965 en later in zijn boek Future Shock, besprak hij de gevolgen van volatiliteit. De term Future Shock was gebaseerd op het fenomeen cultuurshock. Dat kennen we allemaal wel als wat er gebeurt als mensen in een vreemde cultuur worden ondergedompeld zonder goede voorbereiding. Opeens is alles anders, werkt alles anders, betekenen dingen niet meer hetzelfde. Dat leidt tot verwarring en

“causes a breakdown in communication, a misreading of reality, an inability to cope” (Toffler, 1965, p.451).

Volgens Toffler zorgt de grote hoeveelheid verandering, en de snelheid waarmee die plaats vindt, voor een soortgelijk iets maar dan niet in termen van plaats of cultuur maar in termen van tijd. Opeens is alles anders en weet je eigenlijk ook niet meer wat nu verstandig is om te doen of hoe je je moet gedragen.

En het gekke is, om cultuurshock te voorkomen hebben we allerlei dingen bedacht, bijvoorbeeld:

“We train our Peace Corps volunteers by attempting to give them advanced knowledge about the conditions and culture of the country to which they are assigned. In doing so, we minimize culture shock. Why not devise an education designed to minimize future shock?” (Toffler, 1965, p.459)

In plaats dat we ons blijven richten op een stip op de horizon en hieraan vast blijven houden om straks geshockt te merken dat de wereld niet zo is als wij gepland hadden, kunnen we wellicht meer aandacht geven aan hoe die toekomst eruit kan gaan zien. En wat dan handig is om te doen onder die nieuwe omstandigheden. Want zolang we ons die toekomst niet echt kunnen inbeelden is het ook lastig om slimme strategieën te bedenken en uit te voeren.

Divergenter denken

Toffler zelf geeft al aan dat science fiction ons kan helpen om in ieder geval te speculeren over de toekomst. Maar ook in de designwereld zijn er superinteressante ontwikkelingen zoals speculatief design en design fiction. Niet om een vast plaatje te geven van ‘hier gaat het heen,’ nee, juist om ons uit een vaststaand plaatje van de toekomst te halen en breder te laten nadenken over waar het heen zou kunnen gaan. Door te speculeren over waar het heen zou kunnen gaan komen we er wellicht ook achter dat een aantal van onze aannames over de toekomst, waar wij plannen voor hebben gemaakt, helemaal niet zo plausibel zijn.

stip horizon uitroepteken volatility

We moeten niet convergent staren naar een bepaalde stip op de horizon maar openstaan voor meer divergente toekomsten. En een divergenter perspectief hanteren, want een deel van het probleem met volatiliteit zit hem in ons eigen denken en kijken.

Peter Drucker, in zijn boek Managing in Turbulent Times (1980) zegt:

“A time of turbulence is a dangerous time, but its greatest danger is a temptation to deny reality” (p.4)

Wat hij hiermee bedoelt is dat in tijden van turbulentie en volatiliteit, waar er sprake is van ‘erratic shifts’ en ‘abrupt events’, je goed moet blijven kijken. Dingen die lang hebben gewerkt, die normaal en vanzelfsprekend zijn geworden, kloppen die nog steeds? Zijn die nog steeds waar? Moeten we die nog steeds blijven doen? En hoe weten we dat? Waar halen we de kennis vandaan die ons helpt in te zien of we nog in de juiste richting bewegen? Zijn er wellicht geen betere richtingen die we in kunnen slaan?

Als je rekening houdt met volatiliteit dan moet je ertegen kunnen dat dingen veranderen en dat je daar iets mee moet. Sommigen zullen ontkennen dat er iets aan de hand is, anderen zullen alleen feiten tot zich nemen die passen binnen hun vakje en weer anderen zullen nog harder gaan vasthouden aan hoe het in het verleden was (respectievelijk Deniers, Specialists en Reversionists (Toffler, 1970, pp.184-185)). Maar die volatiliteit trekt zich weinig aan van hoe wij ermee omgaan dus op den duur zul je er toch aan moeten. Ook dit zien we in het kader van de discussies over duurzaamheid natuurlijk vaak terug.

Het helpt om te bedenken dat volatiliteit niet zozeer iets is, maar dat wij dingen zien als volatiel. Wij vinden iets volatiel omdat wij iets anders voor ogen hadden, omdat het afwijkt van waar wij naar op weg waren, omdat het anders is dan wat wij verwachtten. Anders schrik je niet, anders ben je niet verrast. Verrassing wordt altijd bepaald door verwachting. Volatiele gebeurtenissen verrassen ons omdat er abrupt iets anders gebeurt dan wij verwacht hadden, schijnbaar vanuit het niets.

halmen buigen mee in de wind

Het doet me denken aan een sessie jaren geleden met Judo kampioen Robert van de Walle. We moesten met alle deelnemers in een kring gaan staan en hij beweerde dat hij ons allemaal met 1 vinger kon omduwen. Als dat je verwachting is, dan ga je je voorbereiden toch? Dus wij stonden allemaal in de vechthouding, als een standbeeld, wachtend op de nederlaag van de judo kampioen. Maar hij wist ons een voor een uit balans te brengen. Behalve een dame, zij stond superflexibel als een grassprietje in de wind, klaar om met elke invloed mee te bewegen. Zij was de enige die niet werd omgeduwd en uit balans gebracht door de judoka. Waarom? Omdat ze continu klaar was voor wat er ging komen en daarop kon reageren. Wij, de rest van de groep, hadden al bedacht hoe het zou gaan en waren dus maar op één scenario voorbereid. Weer die convergentie in ons denken die ons nekt als we de toekomst niet kennen en het divergente denken van iemand die zich heeft voorbereid op wat er mogelijk kan komen.

Dus door onze verwachtingen divergenter te maken, door echt na te denken over wat er zou kunnen gebeuren, in de gaten te houden welke kant het uit lijkt te gaan en ons onderweg aan te passen, kunnen we ons beter voorbereiden. Natuurlijk niet op alles, maar we zien vaak genoeg in de evaluaties van hoe grote gebeurtenissen (Corona, neergestorte space shuttles, milieurampen, enz.) zijn aangepakt dat er van alles gewoon keihard is genegeerd. Het zou al helpen als we de bescheidenheid zouden opbrengen om open te staan voor de mogelijkheid dat dat ons ook zou kunnen gebeuren en hier iets aan proberen te doen door nieuwsgierig te blijven naar andere mogelijkheden. We moeten in een volatiele context onze aanname van een stabiele wereld ontleren. Het vanzelfsprekende bespreekbaar maken en ‘Burst your bubble’ kunnen hier zeker bij helpen.

Comments

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *