Het viel gisteren best een beetje op tussen berichten over voetbal, bakbanaan, Oekraine en het Songfestival: leven we nu in een nieuw tijdperk genaamd het antropoceen, vanwege de grote invloed op de wereld van de anthropos (mens)? Of kunnen we dat helemaal niet zo zeggen? (zie ook 'Mensen hebben de aarde voorgoed veranderd – en dus is het ‘Antropoceen’ volgens wetenschappers een feit (maar niet iedereen is overtuigd)'
Eind mei had Jos de Mul het hier ook al over bij zijn afscheidslezing aan de EUR 'De plaats van de mens in het Symbioceen'. Toevallig publiceerde hij deze lezing ook gisteren op zijn site.
Hierin legt hij onder andere heel helder uit waarom het vaak zo lastig is om van onze mooie duurzame strategieën en plannen naar daadwerkelijke impact te komen:
als individu minder te willen vliegen, als universiteit de banden met de fossiele industrie te willen verbreken, of als samenleving de opwarming te willen beperken tot anderhalve graad, maar daar vervolgens niet of onvoldoende naar te handelen.
De Mul doet dat aan de hand van het begrip 'excentriciteit' van Helmut Plessner.
Ieder levend wezen heeft een grens, zegt Plessner. Een cel heeft een membraan, een boom heeft een bast, een dier heeft een pels, een mens heeft een huid.
En er zijn natuurlijk ook nog allerlei andere gemaakte grenzen: zowel materiële (een nest, een hol, een stadsmuur) als immateriële (een territorium, een landsgrens, copyright).
Alle levende dingen, en dus ook mensen, zijn continu druk bezig met de handhaving van hun grenzen maar mensen zijn daarnaast ook in staat om voorbij hun eigen grenzen te denken. Dat zorgt voor spanning, zegt De Mul, want aan de ene kant ben je binnen je grenzen bezig om ze in stand te houden ('centrisch' denken), en aan de andere kant hebben we normen en waarden en ervaren we empathie en morele verantwoordelijkheid voor dat wat buiten onze grenzen is ('ex-centrisch').
En daar ligt volgens De Mul een verklaring voor de spanning die we vaak zien tussen onze plannen, strategieën en voornemens om duurzaam te zijn, en onze daadwerkelijke impact en ons handelen:
Wij worden voortdurend geconfronteerd met een spanning tussen onze centrische aandriften en impulsen en onze excentrische waarden en normen [en] tussen centrische en excentrische beweegredenen onderling.
Als die aandriften en normen en beweegredenen fijn op 1 lijn liggen, een win-win situatie, dan komt het wel goed, maar dat is natuurlijk niet altijd zo. Hahn et al (2010) gingen daar al uitvoerig op in in een artikel met de veelzeggende titel 'Trade-Offs in Corporate Sustainability: You Can’t Have Your Cake and Eat It'. Nog sterker, in dit artikel werken ze uit dat een focus op win-win oplossingen zelfs kan leiden tot het negeren van allerlei goede ideeën, enkel en alleen omdat ze misschien niet overal 100 op scoren!
Maar zoals we al uit de literatuur over VUCA-vraagstukken, Wicked Problems, Messy situations and Swampy lowlands weten, als er sprake is van trade-offs, dan moeten we lastige keuzes gaan maken, moeten we lastige vragen gaan beantwoorden en moeten we het gaan hebben over dilemma's. De Mul geeft een paar voorbeelden:
wat als de succesvolle herintroductie van de bever leidt tot ondermijning van rivier- en spoordijken of de door hen gebouwde dammen het voortbestaan van de rivierprik bedreigt? Of als de wolf een kudde schapen doodt? (...) Hoe ver reikt onze verantwoordelijkheid voor de problemen elders in de wereld die mede door onze levensstijl zijn veroorzaakt? Wat te doen als klimaatvluchtelingen aan onze grenzen staan? Hoe om te gaan met onze morele afhankelijkheid van niet-menselijke actanten?
Die laatste vraag zie je steeds vaker in actuele discussies over het gebruik van AI bijvoorbeeld.
En zoals uit jaarlijks onderzoek naar jaarrapporten al steeds bleek: die lastige keuzes, vragen en dilemma's zijn nu net een van de onderwerpen waar we in onze strategische, beleids- en jaarplannen graag onze kop voor in het zand steken (zie deze post uit 2021 'Van Impact-washing naar Impact') . Heffernan beschrijft deze houding mooi als 'willful blindness': je weet dat je er wat mee moet maar besluit er je ogen voor te sluiten.
Dus je zou je eens kunnen afvragen:
Weten wij waar onze centrische neigingen botsen met onze excentrische verantwoordelijkheid?
Weten we ook wat we dan moeten doen als het botst en schuurt?
Weten we wat we daadwerkelijk GAAN doen als dat gebeurt?
Weten we HOE we dat gaan doen?
Hebben wij in onze plannen en strategieën überhaupt wel stil gestaan bij onze aannames en bij de lastige keuzes die gewoon inherent zijn aan duurzaamheidsvraagstukken aangezien deze VUCA, wicked, messy and swampy zijn?
Mocht het antwoord op deze vragen nee zijn en mocht je er toch liever een ja van maken dan kun je je nog tot half augustus inschrijven voor de 8-daagse leergang Duurzaamheid en Strategie (start 14 september'23) van VUCA Academy en Radboud Management Academy. Daar leren we je om je strategie kritisch te analyseren op de aannames die je erin doet en om tot daadwerkelijke impact te komen. Voor meer informatie en inschrijven: Duurzaamheid en Strategie.
De hele rede van Jos de Mul en een bewerking ervan voor de Groene Amsterdammer waar de quotes in dit stuk uit komen zie en lees je op de site van Jos de Mul (sowieso een schatkamer vol interessants).
Commentaires